De verschillen in rouw van volwassenen en kinderen

15 december 2020

Die ochtend vertrokken we al vroeg op weg naar het Radboud in Nijmegen. We hadden een afspraak bij de assistente van prof. Veth. M.b.t. de uitslag van de bioptie genomen in Sittard en het verdere vervolgtraject in dit ziekenhuis. De inhoud van het gesprek zorgde ervoor dat mijn lijf verstijfde, mijn hoofd ergens op een andere plek bleek te zijn en ik niet meer kon functioneren. Een tumor in het heupgewricht van 10 bij 10 cm. Ik kon alleen maar huilen van de kruin tot mijn dikke teen. We huilden samen en hielden elkaar vast. Het beste uit 2 afschuwelijke keuzes. Hoe kon je die maken. De tijd leek nu ineens een lopende bom. Een half jaar. Wat is nu een half jaar op een heel mensenleven. De dagelijkse gang van zaken en het leven dat we al geleefd hadden leek ineens in een achtbaan voorbij te racen. Met de planning en afspraken van onderzoeken en operatie voor de komende weken op papier stapten we een 2 uur later in de auto van mijn schoonbroer terug naar huis.

Een reis heeft nog nooit zolang geduurd. Waarom, waarom Nu, waarom Wij. Waarom sloeg het noodlot een 2e keer toe. Ik wilde niet alleen ik wilde alleen maar Samen. Ik maalde over de thuiskomst. Op welke manier gingen we het vertellen aan de kids van 13, 9 en 3 jaar oud. Papa had botkanker en als er niks gebeurde zou hij nog maar 6 maanden papa kunnen zijn? We wilden eerlijk zijn en tegelijkertijd angsten voorkomen. Kon dat?  Een operatie die er aan ging komen, de revalidatie, het bed in de huiskamer. Een lang traject. Onze oudste kon het begrijpen maar vluchtte voor alle gevoelens en emoties. Zij was het die op jonge leeftijd al in de rol stapte van volwassene. Thuis mee ging helpen met zorgen voor haar zusje en broertje en huishoudelijke klussen. Wat werd ze geprezen in haar geven maar wat leverde ze daarvoor in. Haar jeugd, haar vrienden, haar onbevangenheid. Ik had haar graag voor deze parentificatie gespaard maar had toen niet de inzichten van Nu. Ik gaf haar niet de kind plek die ze aankon. Onze 2e liet weer heel ander gedrag zien. Ze schopte als het ware tegen het leven, boos op alles. Gooide met plastic flessen in de kelder. Snauwde tegen haar grote zus die nu ineens meende haar moeder te moeten spelen. Wat dacht ze wel niet. Kleine ongelukjes zorgden ervoor dat de opgekropte tranen even konden stromen om ze daarna weer veilig in te pakken in een doosje met een stevig deksel. Onze jongste speelde met de trein en het leek erop alsof het allemaal aan hem voorbij ging. De gespannen sfeer in huis, de verstoorde dagelijkse gang van zaken, een nieuw ritme. Zijn eetgedrag werd minder. Zijn zindelijkheid was niet meer zo vanzelfsprekend. Hij was uit zijn doen als ik niet in de buurt was. Verlatingsangst.

Mijn rouw heb ik vaak ontkend en er met bluf overheen gestapt. Geen tijd om stil te staan. Het leven gaat door. Stilte in de avond was mijn grootste vijand. Ik vocht ertegen door zoveel mogelijk te DOEN. Wat werd ik moe. Toen niet beseffende t ik er een nieuwe dagtaak bij had gekregen. ROUWARBEID.

Lees ook blogs

(Op) groeien, ontwikkelen en leren

18 januari 2023

De rugzak

19 februari 2021